Het eerste wat je doet als je ’s ochtends wakker wordt, is je ogen openen. En het licht aansteken als het nog donker is. Zonder licht zien we niets. Onze ogen zijn onafscheidelijk verbonden met licht. Maar hoe werkt dat nu?
Het oog vangt licht op uit de omgeving. Dat licht valt binnen via de pupil en komt terecht op de lens. Van hieruit wordt het licht geprojecteerd op het netvlies dat achterin het oog zit. Op het netvlies zitten miljoenen lichtgevoelige cellen die het licht registreren. De elektrische signalen gaan via de oogzenuw naar de hersenen. Deze zetten de signalen om in bewuste beelden. We zien dus pas echt iets zodra onze hersenen de signalen interpreteren.
Wist je dat?
Alles wat we zien wordt ondersteboven en verkleind geprojecteerd op ons netvlies. Onze hersenen zetten het beeld weer recht.
Iris regelt het licht
Je iris en pupil regelen de hoeveelheid licht die in je oog binnenkomt. Bij te veel licht is er overbelichting en zie je niets. Je iris zorgt er dan voor dat de pupil kleiner wordt om minder licht tot je oog toe te laten. Als je je in een donkere omgeving bevindt, wordt je pupil juist zo groot mogelijk, om zoveel mogelijk licht op te vangen.