Jouw ogen maken, net als de rest van uw lichaam, een hele evolutie door. Wist je bijvoorbeeld dat de oogjes van een embryo in de zesde week van de zwangerschap al een iris – het regenboogvlies, het gekleurde deel rond de pupil – hebben? Een overzicht van het boeiende leven van je ogen.
Embryo: alles klaar
Dat het menselijk lichaam een ongelooflijk stukje technologie is, blijkt uit de ontwikkeling van de ogen bij het embryo in de baarmoeder. Zo ligt bij de bevruchting al vast welke oogkleur de baby zal hebben. De iris ontwikkelt zich reeds tijdens de zesde week van de zwangerschap en ook de oogleden, pupil en bloedvaten worden in een heel vroeg stadium van de zwangerschap gevormd.
Baby: scherp zien vraag oefening
Pasgeboren baby’s hebben enige tijd nodig om te leren zien. Ze zien voorwerpen op 20 à 25 cm afstand het best. In de eerste levensmaanden beginnen de ogen samen te werken en verbetert het zicht snel. Op acht weken kunnen ze scherpstellen op gezichten in de nabije omgeving en op drie maanden volgen ze bewegende voorwerpen. Rond vijf maanden is er een goed kleurenzicht aanwezig en ontstaat dieptezicht. Vanaf negen maanden kunnen baby’s vrij goed afstanden inschatten en dingen precies gooien. Ze herkennen stilaan voorwerpen in boeken en gebruiken hun zicht als basis voor verdere leerervaringen.
Kleuters: opsporen van lui oogje
Niet minder dan 4 op de 100 volwassenen hebben last van een slecht gezichtsvermogen in één oog, in de volksmond vaak een lui oog en in medisch jargon amblyopie genoemd. Een lui oog kan diverse oorzaken hebben en kan zelfs op latere leeftijd nog ontstaan. Tijdens het medisch schoolonderzoek gaat er veel aandacht naar de ogen van kleuters. Want hoe sneller een lui oog opgespoord wordt, hoe sneller het behandelingsplan gestart kan worden.
Tieners en volwassenen: bijziendheid stijgt
Moeten we de oorzaak zoeken bij de televisie, computer of tablet? Of is bijziendheid toch gewoon een kwestie van erfelijkheid? Studies raken het er niet over eens, maar de feiten zijn er wel: het aantal mensen dat last heeft van bijziendheid – en dus een bril nodig heeft om iets op afstand te bekijken – stijgt elk jaar. Gelukkig staat de technologie ook niet stil en kunnen de brillenglazen van vandaag heel wat van de ongemakken van myopie wegnemen.
50-plussers: ah, die kleine lettertjes toch…
Je leest de krant met uitgestrekte armen of je vraagt hulp aan je kinderen om een bijsluiter te ontcijferen? Dan wordt het tijd voor een leesbril! En je bent niet alleen: presbyopie komt voor bij heel wat mensen, bij vrouwen meestal iets vroeger dan bij mannen. De oorzaak is te wijten aan een verlies van flexibiliteit in uw ooglens, zodat u minder goed kunt scherpstellen op voorwerpen dichtbij. Als je reeds een bril voor ver draagt en niet wil wisselen tussen je gewone bril en een leesbril, dan is een bril met progressieve glazen een eenvoudige en zeer geschikte oplossing voor dit natuurlijke fenomeen.
Senioren: regelmatig op controle
Eens de 65 voorbij stabiliseert ouderdomsverziendheid zich meestal vanzelf. Maar dat betekent niet dat je niet meer regelmatig op controle moet bij je vakopticien en oogarts. Enerzijds om te checken of de bril die je draagt nog wel is afgestemd op je ogen, anderzijds om na te gaan of er zich geen medische oogproblemen zoals glaucoom of cataract ontwikkelen.